Hindernissen tot genezing
Leestijd: 2 minuten
Dit artikel noemt hindernissen die Gods (gewenste) genezing voor jou tegenhouden of zorgen dat je Zijn genezing niet kan vasthouden. We zien soms ook dat iemand genezing heeft ontvangen, maar deze niet kan vasthouden.
Het onderwerp genezing is gecompliceerd omdat er verschillende factoren met elkaar samenhangen. De persoon die genezing nodig heeft kan zich niet waardig (afwijzing) voelen om het te ontvangen (zie #6) of eigenlijk geen genezing willen terwijl dit wel gezegd wordt (zie #7). Laatstgenoemde is van belang om te onderscheiden (door pastors en gelovigen) in deze gecompliceerde tijd. Deze mensen claimen veel tijd, maar worden niet genezen omdat dit niet hun doelstelling is; het gaat hen om de persoonlijke aandacht die de ziekte hen geeft.
Er zijn een aantal artikelen die verband hebben met dit onderwerp:
- Innerlijke genezingsmodel (dit model kan als uitgangspunt gebruikt worden);
- Hindernissen tot een overwinnend leven.
Hindernissen tot het ontvangen van genezing
- Ongeloof door onvolledig onderwijs & praktijk (Markus 6:5-6).
- Leven in een omgeving van ongeloof (Matteüs 17:14-21; Markus 6:5-6).
- Verkeerde adressering van de oorzaak (Handelingen 3:12; 10:25-26; 13:27).
- Herbergen van angst, bitterheid, haat, oordeel, wrok tegen anderen en jezelf (Matteüs 18:23-35; Markus 11:25-26; 1 Korintiërs 11:28-34; Hebreeën 12:15).
- Niet werkelijk nastreven van genezing (Lukas 10:13; Markus 5:17).
- Onwaardig voelen, door afwijzing, om Gods zegen te ontvangen (Handelingen 13:46).
- Verborgen agenda hebben om ziek te willen blijven (aandacht of financiële steun).
- Genezing ontvangen op de eigen voorwaarden en eisen (2 Koningen 5:1-27).
- Onjuiste of niet volledige theologie (“Het is misschien niet Gods bedoeling”, Gods soevereiniteitstheologie).
- Nog verbonden met occulte betrokkenheid uit het verleden (Markus 7:13; door overlevering, tradities).
- Door ongerechtigheid en occulte erving binnen het geslacht (Exodus 20:5).
- Boze geesten belemmeren altijd genezing (Lukas 13:12-16; Psalmen 107:20).
- Kritiek, vloeken, claims, controle en dwang (Jesaja 54:17 ‘tong’ en ‘wapentuig’; Lukas 14:26; Galaten 3:1 ‘betoverd’).
- Verzet en argumenteren tegen Gods waarheid (Matteüs 7:6; 10:14).
- Een onderwerp worden van innerlijke genezing na bekering (2 Korintiërs 5:17; Efeziërs 2:10).
- Wettische benadering van het leven waarin genade en geloof ontbreekt (Galaten 3:2).
- Genezing die niet gezocht wordt voor de glorie van God (Romeinen 11:36).
- Gedrag van eisen, claimen in plaats van ontvangen (Lukas 18:11; Johannes 5:44).
- Verwachten van een tussenpersoon in plaats van de Heer (Romeinen 10:17).
Hindernissen tot het vasthouden van genezing
- Levend in zonde, maar wel verwachten dat God zegent (Galaten 1:1-6:18; Hebreeën 12:1-3).
- Gods tempel niet (goed) verzorgen (1 Korintiërs 3:12-17).
- Murmelen tegen Gods gezalfden (Numeri 21:5; 12:1; 16:1-50; 17:1-13).
- Erfelijke zwakte of ziekte (Exodus 20:5).
- Geen positieve (blijvende) toewijding aan Christus (Johannes 6:66).
- Leven met onopgeloste (gebroken) relaties (Markus 11:25-26).
Deel dit artikel: