Vleierij
Geschreven door Jan Mol in Onderscheidingsvermogen
Leestijd: 3 minuten
“Niet oprecht of overdreven prijzen, in het bijzonder vanuit zelfzuchtige motieven”.
vertaald uit Webster
Vleierij is één van de belangrijkste instrumenten van Satan om de ziel van de mens te verstrikken. Vanwege de egoïstische natuur van de mens is hij een gemakkelijke prooi voor deze opgeblazen techniek. Afwijzing-schaamte en trots zijn ingangen die ons bijzonder kwetsbaar maken voor onoprechte complimenten die ons ego opbouwen.
We leven in een tijd waarin Satan, en zijn hordes demonen en vorstendommen, met Izebel onder hen, de vijanden van onze ziel hun laatste poging doen om hun rijk der duisternis op deze aarde te vestigen door (via) de mens. Het is om die reden van het grootste belang dat wij hun tactiek en de daaruit voortvloeiende (val)strikken in deze eindtijd-periode herkennen of onderscheiden.
Satans koninkrijk is gebouwd op vleierij
In zijn plaats zal er een verachtelijk man opstaan. Men zal hem de Koninklijke waardigheid niet geven. Maar hij zal komen in zorgeloze rust en het koningschap zal hij grijpen door vleierijen (Daniël 11:21).
En hen die goddeloos handelen tegen het verbond, zal hij doen huichelen door vleierijen. Het volk echter, zij die hun God kennen, zullen zij grijpen, en zij zullen hun wil ten uitvoer brengen (Daniël 11:32).
Wanneer zij struikelen, zullen zij met weinig hulp geholpen worden. Velen zullen zich echter met vleierijen bij hen voegen (Daniël 11:34).
Gods oordeel over vleierij
Zij zijn als iemand die vrienden roept om iets uit te delen, terwijl de ogen van zijn kinderen bezwijken (Job 17:5).
O, laat ik voor niemand partij trekken, en geen mens naar de mond praten! Want ik kan niemand naar de mond praten; meteen zou mijn Maker mij wegnemen (Job 32:21-22).
Breng verlossing, HEERE, want goedertieren mensen zijn er niet meer, onder de mensenkinderen zijn er nog maar weinig trouw. Valse dingen spreekt men tot elkaar, met vleiende lippen; dubbelhartig spreekt men (Psalmen 12:2-3).
Waarschuwingen tegen vleierij
Wie al lasterend zijn weg gaat, openbaart geheimen, laat u dan niet in met hem die met zijn lippen verleidt (Spreuken 20:19).
Een man die zijn naaste vleit, spreidt een net voor diens voetstappen (Spreuken 29:5).
En ik roep u ertoe op, broeders, hen in het oog te houden die onenigheden teweegbrengen en struikelblokken opwerpen tegen het onderricht dat u hebt ontvangen, en keer u van hen af. Want zulke mensen dienen niet onze Heere Jezus Christus, maar hun eigen buik, en door fraaie woorden en mooie praat bedriegen zij de harten van de argeloze mensen (Romeinen 16:17-18).
De positie van de gelovige tegen vleierij
Wee u, wanneer alle mensen goed van u spreken, want hun vaderen deden evenzo met de valse profeten (Lukas 6:26).
Want ben ik nu bezig mensen te overtuigen, of God? Of probeer ik mensen te behagen? Als ik immers nog mensen behaagde, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn (Galaten 1:10).
maar, zoals wij door God beproefd zijn om ons het Evangelie toe te vertrouwen, zo spreken wij, niet om mensen te behagen, maar God, Die onze harten beproeft (1 Tessalonicenzen 2:4-6).
Zij zijn het die morren, die klagen over hun lot, die naar hun eigen begeerten wandelen. Hun mond spreekt hoogdravende woorden, terwijl zij mensen naar de ogen zien ter wille van voordeel (Judas 16).
Voorbeelden uit de Bijbel
- Jacob (Genesis 33:10).
- Gideon (Richteren 8:1-3).
- Mefiboset (2 Samuel 9:8).
- De Tekoïstische vrouw (2 Samuel 14:17-20).
- Absalom (2 Samuel 15:2-6).
- Israël en Juda (2 Samuel 19:41-43).
- Adonia (1 Koningen 1:42).
- Achab (1 Koningen 20:4).
- Valse profeten (1 Koningen 22:13).
- Darius’ bestuurders (Daniël 6:7).
- De hooggeplaatste man (Lukas 18:18-27).
- De Herodianen (Lukas 20:21).
- Tyriërs (Handelingen 12:22).
- Tertullus (Handelingen 24:2-4).
- Paulus bij Felix (Handelingen 24:10).
- Paulus bij Agrippa (Handelingen 26:2-3).
Deel dit artikel: